Massagetechnieken voor beginners

Begin met trage, stevige en lange strijkende bewegingen. Je gebruikt deze techniek vooral op de grotere lichaamsdelen zoals de rug, maar ook armen en benen. Probeer de plekken waar de huid dicht op het bot zit zoveel mogelijk te vermijden: knieën, ellebogen en ribben. Maak gebruik van je hele hand en herhaal de beweging een paar keer om de spieren op te warmen. Het is belangrijk dat je je niet haast. Snelle en harde bewegingen zullen de spieren irriteren. Ga vervolgens van de onderkant van de rug met je beide duimen langs weerszijden van de wervelkolom en ga zachtjes omhoog terwijl je een beetje druk uitoefent. Verminder de druk naarmate je richting de nek beweegt.

Een andere basistechniek is het maken van kleine en grote cirkels in tegengestelde richting. Hierbij gebruik je vooral je handpalmen. Het is vooral geschikt voor de rug en schouders. Beweeg de palmen van je hand in de vorm van een vlinder over de rug. In de richting van de schouderbladen kan je allebei je handen of een hand tegelijk gebruiken. De grootste druk ligt op de schouders. 

Voor alle delen van het lichaam waar je wat minder mee uit de voeten kan, kun je de kneedtechniek gebruiken. En yes, dit kun je inderdaad vergelijken met het kneden van deeg. Deze beweging is ideaal voor de lichaamsdelen met wat meer vlees zoals bijvoorbeeld de heupen of de billen. Gebruik je duimen en wijsvingers, en hou natuurlijk je nagels in de gaten! Je wil de ander natuurlijk geen pijn doen. 

Vergelijkbaar met de kneedtechniek, is de knijptechniek. Deze beweging is vooral geschikt voor de nek. Plaats je handpalm zachtjes op de achterkant van de nek en zet lichte druk met je duim aan de ene kant en je vingers aan de andere kant van de nek. Beweeg je hand naar de achterkant van de nek terwijl je lichtjes je duim en vingers samenknijpt rond de nekspieren. Let op: zet geen druk bij de hals. Dit is geeft een verstikkend gevoel.

Als je voelt dat je handen snel moe worden, dan kun je de persoon vragen te gaan zitten zodat jij je onderarmen kunt gebruiken. Neem plaats achter de rug, plaats zachtjes je rechter onderarm op de schouder, handpalm naar boven en leg je linkerhand op de linkerschouder. Gebruik dan je lichaamsgewicht om druk te zetten op je onderarm terwijl je richt de nek draait. Doe hetzelfde aan de andere kant.